De geschiedenis van de pure Friese paarden
De geschiedenis van het Friese paard heeft veel ups en downs en begon al eeuwen geleden. De glorieperiode was ten
tijde van Karel de Grote, Willem de Veroveraar en tal van nobele Europese families die Friezen gebruikten voor parades
en gevechten.
FRIES RIDDERPAARD MET ARABISCH BLOED
Ten tijde van de 80-jarige Spaanse bezetting werd tientallen generaties lang systematisch zuidelijk (vooral Arabisch)
bloed in het Friese ras gefokt.
Het Friese ras was van oorsprong dus geen “zuiver ras”.
Destijds werden Friezen veel aangekocht door adellijke hoven als vedetten op kasteelspelen en voor het werk van hun
“equyer”: de hogeschooldressuur, die op de meeste kastelen beoefend werd als een kunst.
De Fries werd ook lange tijd verder gefokt voor het legerkader omdat ze duidelijk herkenbaar zijn aan kleur (zwart of
wit), lange manen en staart, hoge knieactie, opvallende houding en snelheid. De soldaten konden aldus hun leider
herkennen aan zijn opvallende paard!
FRIESE HARDDRAVER
Na de revolutie viel het ras in een diep gat. De laatste opbloei was in de 19e eeuw, toen de Fries de beste harddraver ter
wereld was. De Friezen werden destijds ook alweer gebruikt om andere rassen te verbeteren, zoals Orloff, Norfolk en
Morgans.
De laatste jaren worden Friezen opnieuw gebruikt als dravers, maar zelfs de besten van tegenwoordig zijn nog 11
seconden trager dan de tijden die de Friese dravers eind 20e eeuw lieten optekenen. Dit toont duidelijk aan hoe de
sportkwaliteiten van het Friese paard erop achteruit gegaan zijn over de laatste 150 jaren.
FRIES GEBRUIKSPAARD
De belangrijkste reden voor deze achteruitgang is het feit dat de Friese paarden in de periode van 1910 tot 1960
getransformeerd werden tot een veel zwaarder werkpaard met korte benen, voor landbouwgebruik. Tot het laatste
kwartaal van de 20e eeuw werd de Fries ook systematisch gekruist met Duitse warmbloed hengsten om betere
gebruikspaarden te fokken. Via het Hulpboek kwamen merries dan ook weer terug in de “zuivere Friezen fokkerij”, die
echter pas werkelijk begon enkele tientallen jaren geleden toen het Hb werd opgeheven en eigenlijk pas echt toen de
identificatie middels tongnummers begon.
Toen begon ook de "modernisering" door systematische selectie in de richting van een langbeniger en eleganter Fries
paard.
De sportievere "verpakking" van de buitenkant is echter misleidend, aangezien de binnenkant nog steeds op tal van
manieren een ingeteeld landbouwpaard is. Zo zijn hart en longen veel kleiner van capaciteit en is de spiervezelstructuur
te kort voor duurprestatie.
Toch zijn een aantal bloedlijnen in zekere mate tot hogere prestaties in staat. In sommigen hebben we redelijke
eigenschappen qua uithoudingsvermogen teruggevonden.
Dit zijn de Friese genen die we hebben gebruikt in ons programma richting Arabo-Friese sportpaarden-fokkerij. En om
bloedaansluiting te krijgen werd nu dus ook gekozen om hetzelfde pure prestatiebloed van voorheen weer druppelsgewijs
in het Friese ras terug te brengen: Woestijnarabierenbloed. Dus in zekere zin een herhaling van de geschiedenis!